Ezelsbruggetje. Zo’n woord waarvan je je opeens afvraagt; waar komt dát nou vandaan? En waar zouden we dan zijn zonder good old Google? Of een chat met Chat.
Gelijkbenige driehoek
Het woord blijkt voor het eerst te zijn gebruikt in de derde eeuw voor Christus door de wiskundige Elides. Hij publiceerde de Elementen, een reeks van 13 boeken.
De vijfde stelling in het eerste boek heet Pons Asinorum; ezelsbrug. Die stelling toont aan dat de basishoeken van een gelijkbenige driehoek gelijk zijn.
Aha, dat verklaart het huidige gebruik van het woord ezelsbrug. Not.
Maar nou was wiskunde nooit mijn sterkste vak.
Klein plankje, groot effect
Verder lees ik dat er misschien een relatie is tussen de term en het feit dat ezels maar een klein en smal plankje nodig hebben om aan de overkant van een sloot of ravijn te komen.
Klein bruggetje, beetje hulp, doel bereikt.
Zo werkt het natuurlijk ook met die figuurlijke ezelsbruggetjes. Een handig trucje voor het brein.
Een rijmpje, slimmigheidje, lettervolgorde of afko om het onszelf makkelijker te maken.
Ezelsbruggetjes die mij zo te binnen schieten?
De TVTAS van de wadden.
’t Fokschaap of ’t kofschip.
Een Aap Die Geen Bananen Eet.
Ding Flof Bips.
Mijnheer Van Dale Wacht Op Antwoord.
Dat is het wel denk ik.
Oh ja: ‘Do a deer a – female deer…’. Zingend en wel met alle Von Trapjes.
Donkeybridge
Heb jij nog slimme donkeybridges* die het leven makkelijker maken? Of kan je het bruggetje wel dromen, maar weet je niet meer waar het voor staat?
*Nee natuurlijk is het geen donkeybridge. Zo zou Van Gaal het misschien noemen. In het Engels is het een mnemonic. Weer wat geleerd 🙂